woensdag 26 december 2012

Eenheidskledingworsten

Ik wist niet dat het kon. Emotioneel geraakt worden door kleding. En geef toe, het is ook vrij bizar. Wie pinkt er nou regelmatig een traan weg bij de aanblik van een coltrui of spijkerbroek? Of schiet in de lach bij het zien van een winterjas? Toch is dat wat er met mij gebeurde toen ik het atelier van Fors bezocht en getrakteerd werd op een privé modeshow.  

Maar de dames van Fors zijn dan ook niet zomaar kledingontwerpers. Het zijn eerder kunstenaars die het terrein van de mode hebben uitgekozen om hun ideeën op uit te leven. En wat voor ideeën! Wie zag er ooit een een jurk bestaande uit enkel linkervoorpanden? Of een jas die je op drie verschillende wijze kan dragen, en die is opgebouwd uit stuk voor stuk herkenbare kledingdelen, maar allemaal niet op de plaats waar je ze verwacht. Een joggingbroek voor heren van zuiver wol met een schots rood/geel ruitje verstopt in de achterzak, zodat hij zowel sjiek als sportief kan. En zo kan ik nog wel even doorgaan. In elk kledingstuk zit een verrassing verborgen, en alles is op verschillende wijzen te dragen.

De inspiratiebron achter dit werk is Derrida, de filosoof wiens levenswerk draait om de idee van deconstructie, met name op het gebied van taal. Hij probeerde woorden helemaal terug te voeren naar hun oorspronkelijke betekenis; naar de oerwoorden die onder alle betekenislagen verstopt zitten. Iets soortgelijks doet Fors, maar dan met kleding. Fors zoekt de oervormen van kleding door alle huidige door historie en tijdgeest gevormde - kledingvormen, terug te brengen naar hun meest primitieve basisvorm

En vervolgens...ratatata.... gaan de dames met deze vormen spelen. En op dat moment begint mijn beroering, want ineens zie ik hoe de kleding van Fors zich ontworstelt aan de vertrouwde lijnen die het lichaam zo dwangmatig aan de meeste andere kleding lijkt op te leggen. Niks geen diepe decolletés om borstpartijen te benadrukken, maar in plaats daarvan een trui met “hangtieten” aan de voorkant, of als een cirkel om de heupen heen. Niet enkel nadruk op taille of heupen om het vrouwelijk schoon vooral goed uit te laten komen, maar rondingen waar je strak verwacht, of uitsteeksels waar het lichaam al is gestopt. Fors lijkt zich weinig van het bestaande lichaam aan te trekken en creëert eigen lijven. Lijven van stof. Die soms ontroeren of verleiden, soms de lachspieren prikkelen, maar die altijd verrassen en nooit standaard zijn.
 
De kleding van Fors onttrekt zich aan het dictaat van de huidige confectiekleding die 90% van de markt beslaat en waarin alles draait om (seksuele) ideaalbeelden van het lichaam. Kleren maken de man, zegt men. En bij Fors nemen ze dat idee uitermate serieus. Kleding doet wat met mensen. Mannen in pakken voelen zich anders dan mannen in spijkerbroek. Zoals vrouwen zich mét een push-up bh anders voelen dan zonder. De vraag is: Wie trekt er aan de touwtjes van die gevoelens? En is het scala gevoelens dat door de huidige mode wordt opgewekt niet erg eenzijdig van aard? Zou de wereld er niet anders uitzien als mensen eens massaal uit de eenheidskledingworsten gingen?

Ik zou weleens willen giechelen in zo’n gekke mouwenjurk van Fors. Of spannende verhalen willen vertellen in dat dat jurkje dat niet eens lijkt op een jurk. Willen dromen van mezelf als Alice in wonderland in dat "badpakje" met die grote paarse strik, en me mooi willen voelen in die glimmende zijdezachte stoffen die je vast niet voelt als je ze draagt.

Bevrijdend anders die kleding van Fors.

Bron foto's: website Fors

donderdag 13 december 2012

Plantenbakzorg

Je hoort het etenskarretje al van verre aankomen. Een dame met wit hesje schuift het rammelende geval de kamer binnen waar mijn vriendin van een operatie ligt bij te komen. Ze stralen op een vreemdsoortige manier hetzelfde uit; de dame en het etenskarretje. Met beiden is het wat droevig en armoedig gesteld. Evenals met het menu. Op het karretje liggen Dirk van den Broek broden en in plastic verpakte appelparten. De belegkeuze wordt gedomineerd door een schrikbarende hoeveelheid vleeswaren (ongetwijfeld bio-industrie). Kaas is er alleen in de smaak jong. Het menu, de eetmevrouw, en het karretje passen geheel bij de rest van het ziekenhuisinterieur. Het vale, grijze, afgesleten marmoleum, de kasten van nepfineer, de gelige gordijnen tussen de bedden. Alles ademt gebrek uit. Gebrek aan kwaliteit, aan warmte, aan zorg.

Hier en daar zie je een poging tot opleuking. Dat is omdat iedereen inmiddels wel weet dat de mens gevoelig is voor omgevingsinvloeden. Daarom duikt er af en toe een groene plantenbak op (de aanwezigheid van groen vermindert aantoonbaar de mate waarin mensen pijn ervaren, drukt het ziekteverzuim en verhoogt de arbeidsproductiviteit) en wordt er gepoogd de kille, steriele sfeer die ziekenhuizen aankleeft weg te werken door wat vrolijke kleurtjes op de muren te smeren.

Gebouwen - zo heb ik ooit begrepen - brengen bepaalde ideeën tot uitdrukking. Vandaar ook dat gebouwen mee evolueren met mens en maatschappij. Ontrafel de huidige ziekenhuisarchitectuur en je ontdekt de hedendaagse heersende visie op gezondheid en ziekte. Datzelfde geldt natuurlijk ook voor de wijze waarop het leven binnen zo’n gebouw georganiseerd is. De keuze voor eten, hoe er gegeten wordt, de hoeveelheid samen- of apart-zijn, de bezoekregelingen etc etc, het zijn keuzes die inzicht geven in het heersende denken over ziekte en herstel.

Wie de Nederlandse ziekenhuizen bekijkt ziet vooral ‘beter-maak-fabrieken’. Alles is gericht op het bestrijden van kwalen, maar de mens die drager is van de kwaal lijkt vergeten. Dat komt niet door onwil van de mensen die er werken, maar door een systeem dat bezwijkt onder zijn eigen eenzijdigheid. Zittend aan het bed van mijn vriendin, de omgeving ervarend en het eten bekijkend, rest mij niets dan de hoop dat ze snel weer thuis zal zijn. Ziekenhuizen maken ziek. Door hun afschuwelijke inrichting, het slechts denkbare eten, het angstopwekkende gebrek aan tijd en aandacht van personeel, de isolatie van de buitenwereld, en het ontberen van iedere vorm van zinvolle activiteit of schoonheid.

Wie meent dat er voor dit alles geen geld is, lijdt aan blikvernauwing. Ja, het bouwen van gebouwen met meer comfort, schoonheid en mogelijkheden zal aanvankelijk duurder zijn. Maar het levert al snel veel op. Gezonde omgevingen dragen aantoonbaar bij aan een vlotter herstel van mensen. Tegelijkertijd komen ze het functioneren van het verplegend personeel ten goede. Beter ingerichte werkruimten verminderen niet alleen het ziekteverzuim en het personeelsverloop maar reduceren ook het aantal medische fouten. Tel uit je winst. Niet alleen financieel maar ook in menselijk welzijn.

Maar om daar te kunnen komen moet er meer gebeuren dan her en der een lik verf aanbrengen of een potje groen neerpoten. Wie voorbij wil aan plantenbakzorg zal grootser moeten denken.