donderdag 16 april 2015

Niet mijn DNA

DNA Test voor alle zwangere vrouwen nabij, kopt Trouw op paaszaterdag (4/4/2015)
De test waarnaar verwezen wordt is de NIP-test die uitsluitsel kan geven of een foetus het syndroom van Down heeft en de Gezondheidsraad gaat beslissen of hij aan alle zwangeren aangeboden gaat worden. Ik moest onmiddellijk denken aan de film Gattaca (1997). die ik recent weer eens zag. De film schetst een toekomst waar niet alleen getest zal worden op Down, maar waar doelbewust wordt aangestuurd op genetische verbetering van foetussen. Een toekomst die niet filmgebonden zal blijven, want de geest van de tijd waait duidelijk in de richting van steeds minder tolerantie voor anders-lijvigen, anders presterenden, en anders-gedragenden. Wat eigenlijk ironisch is. We leven in een zeer individualistisch georiënteerd tijdgewricht, maar we verdragen steeds minder individualiteit, steeds minder verschil.

Maar die film. Hoofdpersoon is Vincent Hawke. Hij leeft in een wereld die door prenatale genetische manipulatie in twee delen uiteen is gevallen. Eén deel van de mensheid is op de ouderwetse manier geboren, het andere deel is genetisch verbeterd. Hawke behoort tot de eerste groep, hij is een zogeheten invalid; een niet verbeterde. Zijn DNA profiel – zeer bepalend voor de latere school-en beroepskeuze - heeft aangetoond dat hij grote kans heeft op het ontwikkelen van een hartkwaal en dat zijn levensverwachting daarom niet meer dan 30.2 jaar bedraagt. Hawkes droom om astronaut te worden is daarmee kansloos geworden. Want hoewel genetische discriminatie bij wet officieel verboden is, is de praktijk in Hawkes wereld anders. Daar bepaalt iemands DNA profiel wel degelijk zijn mogelijkheden en onmogelijkheden. En zo ontstaat er in deze door genen beheerste wereld een klassenmaatschappij van valids, wij zouden ze wellicht high-potentials noemen, en invalids voor wie de wereld van hogere opleidingen en functies hermetisch gesloten blijft.

Het interessante van Gattaca is dat het draait om de vraag wat in een mensenleven de dienst uitmaakt. Wat zijn de factoren die uiteindelijk onze identiteit, onze mogelijkheden en onmogelijkheden bepalen? Zijn wij onze genen (zoals in Hawkes wereld wordt aangenomen) onze hersenen (een idee dat in onze eigen wereld stevig heeft postgevat) is onze sociale omgeving dominant, bepalen nature nature en nurture samen wie we zijn of - en dat idee lijkt steeds meer te verdwijnen - bestaat er wellicht zoiets als een vrij ik? Een kiezende geest? Een bewustzijn dat meer is en verder reikt dan nature en nurture samen?

Hawke baant zich uiteindelijk tegen de klippen op een weg naar de astronautenopleiding in het ruimtevaartcentrum Gattaca. De middelen daartoe verkrijgt hij via Jerome; een supergetalenteerde valid die hem zijn identiteit verkoopt. Jerome verschaft Hawke urine, bloed, haar en andere lichaamsmonsters, waardoor Hawkes eigen DNA profiel verborgen kan blijven. Het verrassende aan deze gang van zaken is dat de veelbelovende Jerome, ondanks zijn zorgvuldig uitgeselecteerde DNA, zijn toekomst als supertalent niet waar heeft kunnen maken. Door een auto-ongeluk heeft hij een dwarslaesie opgelopen. Zijn van tevoren bepaalde grandioze toekomst, zogenaamd verzekerd door DNA technologie, is verbrijzeld onder autowielen. “There is no gene for fate” (Het lot onttrekt zich aan elk gen), placht Hawke te zeggen, en daarmee is de eerste slag toegebracht aan het maakbaarheidsgeloof dat zijn wereld domineert.

De tweede slag brengt Hawke zelf toe door zich niet te vereenzelvigen met zijn DNA (Ik ben niet mijn DNA), noch met de toekomst die daar noodgedwongen uit zou moeten voortkomen. Hawke is het zegevierende IK. De vrije mens wiens identiteit weliswaar gevormd wordt door de omstandigheden waarin hij opgroeit, en wiens lijf weliswaar bepaalde kenmerken heeft waar hij het mee moet doen, maar die daar desondanks niet wezenlijk door wordt bepaald. Zijn zijn, zijn ik, zijn wezen, is onbepaald. Is vrij. Een vrijheid die zich in alles kan manifesteren maar nooit samenvalt met de manifestatie zelf.

Gattaca is een film die de vrije mens laat zegevieren boven de idee van predestinatie door lijf, lot, en andere omstandigheden. Een verademing. Ik hoop dat de Gezondheidsraad de film eens bekijkt voor opnieuw een stap te zetten op de weg die onvermijdelijk leidt naar steeds meer testen, op steeds meer ziektes en uiteindelijk naar de keus voor een bepaald DNA profiel. Of die weg echter ook onvermijdelijk leidt naar een verbeterde mens en een verbeterde wereld? Ik durf het meer dan te betwijfelen.

woensdag 1 april 2015

Te klein

Je bent een meid op je toekomst voorbereid. Veertien en vastberaden. Je kan keigoed acteren en je wordt gevraagd voor een rol in een fotoshoot van Meiden, een glossy voor jonge meiden tussen de 10 en 15 jaar, waarin je alles kunt lezen over “mode, beauty, jezelf, BFF (best friends for ever), celebs en natuurlijk de allerleukste hunks.” Je gaat op pad met een fotograaf en regisseur en bent beretrots over het eindresultaat.

In de wereld van Meiden gaat alles over cool. Over hip en trendy. Je dacht tot voor kort dat dat ook over jou ging, dat de wereld van Meiden een spiegel was voor alle meiden, maar je hebt het mis. De redactie van Meiden ziet het bij nader inzien toch niet zitten met jou. Je bent namelijk te klein. Te dwerg. Te lilliputter. Want ook al zijn dat tegenwoordig verboden woorden, de realiteit erachter bestaat nog gewoon, in ieder geval wel in de wereld van het Meiden Magazine. 

Meiden vindt dat de strip teveel benadrukt dat je klein bent. De vraag of dat waar is kunnen we in het midden laten, want zelfs als dat het geval zou zijn, is de vraag wat daar erg aan is? In Meiden wordt immers van alles benadrukt, vooral hoe je eruit ziet. Maar kennelijk is dat alleen geoorloofd als het voldoet aan een bepaalde standaard.

De trieste waarheid is natuurlijk dat er niets mis is met jou, maar met deze wereld. Een wereld die ervoor kiest om tieners enkel idyllische plaatjes voor te schotelen van de juiste lijven in de juiste maten. Je mag deze wereld betreden als je niet te groot, niet te klein, niet te blond, niet te zwart, niet te krullerig, niet te dik, niet te mager, niet teveel jezelf bent. Want de wereld van Meiden viert de gelijkheid, de middelmatigheid, de norm. Dat je “jezelf tegenkomt” in dit blad, zoals de redactie beweert, is dus niet waar. Je komt een voorgeselecteerde werkelijkheid tegen. Een gepolijste buitenkant.

Ik zou het er verzuchtend bij laten als ik niet zou vinden dat de mensen die deze bladen maken en uitgeven een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben. Ze beïnvloeden namelijk een groep die uitermate gevoelig voor beeldvorming is. Juist tieners, die bezig zijn met de ontwikkeling van hun eigen identiteit, zijn erbij gebaat om gevoed te worden met diverse en vooral met ware beelden. Beelden die mensen tonen zoals ze zijn, in al hun variëteit. Gebeurt dat niet dan liggen minderwaardigheidsgevoelens, en allerlei nare complexen die daar uit voort kunnen vloeien, op de loer. Het is vreselijk triest dat de mensen die betrokken zijn bij de tot totstandkoming van een blad voor tieners, de macht van het beeld niet gebruiken om de verschillen tussen mensen te vieren en te benadrukken, maar kiezen voor gelijkvormigheid. Eenheidsworst.

Lieve Roos, spetterend klein model van groot formaat, ga je niet vergeten een melding te doen bij het meldcentrum voor discriminatie? Het zal er niet toe leiden dat Meiden de strip plaatst, daarvoor is het nodig dat redactie en uitgever gaan inzien dat hun bladformule niet deugt, maar melding maken is een belangrijke daad voor jou. Het drukt namelijk uit dat je beseft dat er niks mis is met jou, maar met degenen die vinden dat kleine mensen niet passen in coole, hippe, hunkerige, idyllische fotostrips voor tienermeiden. 

Dit verhaal is afkomstig van de maakster van de strip. Zij heeft inmiddels de samenwerking met Meiden beëindigd. Wie de strip van Roos alsnog wil zien kan mij mailen (mjcalk@dds.nl) dan stuur ik ‘m op.